Dr. Martine Lamfers

Dr. Martine LamfersDr. Martine Lamfers is hoofd van het laboratorium van de afdeling Neurochirurgie, dit valt onder het Hersentumorcentrum van het Erasmus MC. Dr. Lamfers heeft ruim 15 jaar ervaring met onderzoek naar het gebruik van virussen als therapie voor hersentumoren. In het lab houdt zij zich onder andere bezig met het bestuderen van de toepassing van het adenovirus, een verkoudheidsvirus.

Zowel hersentumoren als alvleesklierkanker zijn beide zeer agressieve vormen van kanker waar tot nu toe nog geen voldoende effectieve therapieën voor ontwikkeld zijn. Patiënten kennen hierdoor een korte overlevingsduur, in de afgelopen 40 a 50 jaar is hier geen verbetering in gekomen. Er is dus voor beide tumorsoorten een hoge nood om nieuwe behandelmethoden te ontwikkelen!

Hiervoor worden de mogelijkheden van oncolytische virussen onderzocht.  Er zijn verschillende soorten immuuncellen; cellen die activeren (de zogenaamde ‘killer’ cellen), maar ook ‘suppressor’ cellen die het immuunsysteem afremmen. Juist de suppressor cellen worden in hoge mate in en rondom de tumor gevonden waardoor het immuunsysteem de tumor niet kan opruimen. De oncolytische virussen lijken uitermate geschikt om in de immuun-suppressieve omgeving van de tumor alarmbellen te doen afgaan, waarmee het immuunsysteem wordt geactiveerd om de tumorcellen te herkennen en aan te vallen. Mogelijk zal dit gecombineerd worden met andere vormen van immunotherapie.

Sinds de oprichting van het OVIT consortium is Dr. Lamfers betrokken bij het onderzoek naar oncolytische virussen. Vanuit de afdeling Neurochirurgie is er namelijk veel ervaring met deze virussen. Dr. Lamfers heeft meegewerkt aan een klinische studie met een oncolytisch adenovirus voor hersentumoren. Deze expertise is nuttig om oncolytische virussen ook voor alvleesklierkanker in de kliniek te krijgen. Hier komt veel bij kijken, zo worden de virussen aangepast om ze nog veiliger te maken, zal veiligheid en effectiviteit van het virus in verschillende modelsystemen aangetoond moeten worden en zal een grootschalige virusproductie onder zeer strenge kwaliteitscontrole plaats moeten vinden. De wet- en regelgeving vormt ook een belangrijke uitdaging binnen dit traject.

Uit een onlangs gepubliceerd onderzoek uit de Verenigde Staten blijkt dat er patiënten waren die ofwel heel goed reageerden (‘responders’) ofwel helemaal niet reageerden (‘non-responders’) op de behandeling met oncolytische virussen. Het is nog niet duidelijk waar dit aan ligt maar in het laboratorium wordt gezien dat niet iedere tumor even gevoelig is voor een bepaald virus. Ook wordt gezien dat tumoren die resistent zijn voor het ene type virus heel gevoelig kunnen zijn voor een andere type virus. Omdat die infectiegevoeligheid het startpunt is van een keten van reacties die uiteindelijk tot activatie van het immuunsysteem moet leiden, is het belangrijk welk type virus je kiest voor welke tumor. Een behandeling op maat met de virussen, zogenaamde “personalised virotherapy”, zou het percentage responders dus kunnen verhogen.

Momenteel worden er vier verschillende oncolytische virussen getest op kweken van hersentumoren van tientallen patiënten die in het Erasmus MC zijn geopereerd. De variaties in gevoeligheid zijn enorm. De genetische informatie van de tumoren wordt gecorreleerd aan de gevoeligheid voor de 4 virussen. Hiermee is het mogelijk profielen te identificeren die voorspellen welk virus het beste effect in de patiënt zal geven. De komende jaren wordt dit in kaart gebracht. Nadat de profielen geïdentificeerd zijn, worden deze gevalideerd, zodat er een match gevonden kan worden. Tegelijkertijd worden er in het Erasmus MC op dezelfde wijze als de hersentumorkweken, alvleesklierkanker modellen opgezet waarmee de voorspellende profielen ook in deze vorm van kanker kunnen worden geïdentificeerd en getest. Met deze aanpak hopen we uiteindelijk een grotere effectiviteit in de behandeling met oncolytische virussen voor beide soorten tumoren te bereiken.

Hoewel het naar de kliniek brengen van één oncolytisch virus al een flinke uitdaging is, hoop ik toch dat we binnen enkele jaren minimaal drie virussen op de plank hebben waarmee er klinische trials zullen worden gestart op basis van het meest geschikte virus voor de individuele patiënt. Daarmee hopen we in de toekomst verbetering van de overleving van deze patiënten te gaan zien, dankzij de virussen en mogelijk in combinatie met andere therapieën. De puzzel wordt door het gehele OVIT consortium met inbreng van ieders expertise opgelost. We kunnen enorme stappen gaan maken de komende jaren. Deze vorm van samenwerking is uniek in Nederland. , aldus Dr. Martine Lamfers.

Meer interviews

Om je de beste ervaring te geven, gebruiken wij en derde partijen technieken zoals cookies.