Voorspellen van respons op FOLFIRINOX chemotherapie met genen van het immuunsysteem

Projectleider: Prof. dr. Casper van Eijck, Dr. Dana Mustafa
Onderzoeker: Drs. Fleur van der Sijde, PhD
Instituut en afdeling: Erasmus MC, afdeling chirurgie en pathalogie
Duur: 2 jaar
Aanvang onderzoek: 01/01/2019


"De behandelmogelijkheden bij patiënten met alvleesklierkanker zijn beperkt, met name voor de patiënten met gevorderde ziekte waarbij een operatie niet meer mogelijk is. In dat geval is FOLFIRINOX-chemotherapie de beste behandeling die momenteel beschikbaar is. De levensduur van patiënten wordt door deze behandeling over het algemeen verlengd. Er zijn echter ook patiënten die geen baat hebben bij deze zware chemotherapie en bij wie de tumor desondanks blijft groeien. Indien we zouden kunnen voorspellen welke patiënten niet reageren op FOLFIRINOX, kan hen een zware behandeling worden bespaard.

In dit project is onderzocht of er verschillen zijn in de uiting van immuun-gerelateerde genen (stukjes DNA die coderen voor eiwitten van het immuunsysteem) als gevolg van FOLFIRINOX-chemotherapie bij patiënten met alvleesklierkanker. Doel van de onderzoekers was op basis van deze genen te voorspellen of een patiënt wel of niet zou reageren op deze chemotherapie. Om duidelijke verschillen te zien tussen samples voor en na chemotherapie, of tussen patiënten die wel en niet reageren op chemotherapie, waren veel metingen nodig. Binnen het onderzoek werden bloedmonsters van in totaal 200 patiënten gemeten.

In die bloedmonsters werden verschillende circulerende karakteristieke kenmerken onderzocht. Deze biomarkers – van bijvoorbeeld de tumor of het immuunsysteem van de patiënt – zijn goed meetbaar in het bloed. Vervolgens werden de uitkomsten van patiënten die wel reageerden op de behandeling en patiënten die niet reageerden en waarbij de tumor desondanks bleef doorgroeien, met elkaar vergeleken. Hieruit kwam naar voren dat patiënten zonder reactie op FOLFIRINOX in hun tumor veel vaker een mutatie van het TP53-gen hadden. Ook was er veel vaker sprake van een TP53-genvariant in hun normale DNA. Daarnaast waren er in het bloed van deze patiënten vaker lager concentraties interleukine 1RA te vinden; dit signaalmolecuul is belangrijk bij de communicatie tussen en de invloed op cellen van het afweersysteem. Tenslotte waren er hogere waarden van miRNA-373-3p en lagere waarden van miR-194-5p in hun bloed te zien. MicroRNAs zijn kleine stukjes genetisch materiaal die genen aan of uit kunnen zetten en zo de functie van genen kunnen beïnvloeden.

Dit onderzoek wijst erop dat er inderdaad specifieke biomarkers zijn die voorspellen of een patiënt goed gaat reageren FOLFIRINOX chemotherapie. Deze bevindingen zijn zeer veelbelovend en een vervolgonderzoek onder een grotere groep patiënten is gestart om de resultaten te bevestigen.”

Meer studies

Om je de beste ervaring te geven, gebruiken wij en derde partijen technieken zoals cookies.